Kort geformuleerd luiden die voorwaarden:
Deze voorwaarden van eigen zeggenschap over werk, werkers en werkomstandigheden zijn door de Kampleiding lange tijd redelijk nagekomen. De SS heeft er belang bij dat zoveel mogelijk gevangenen aan het werk zijn. Dat is óók het streven van Philips, maar wel om heel andere redenen. Uiteindelijk hebben in totaal 3.100 gevangenen korte of langere tijd kunnen profiteren van een zekere bescherming door het werken in het Philips-Kommando. Daaronder zijn 600 joodse gevangenen, die daarmee geruime tijd vrijgesteld waren van deportatie.
Het dagelijks verstrekken van een warme hap, de Philiprak, heeft vrijwel tot het einde kunnen plaats vinden. De betaling van loon is na korte tijd vanuit 'Berlijn' verboden. Na de oorlog is wel het loon uitbetaald aan voormalige werkers als zij zich daarvoor hebben aangemeld.
Van het barre begin tot het bittere eind
De eerste werkers in het Philips-Kommando zijn 80 politieke gevangenen die zo verzwakt zijn dat de SS ze niet meer kan gebruiken in de zware buiten-kommando's. Met schrik en ontzetting zien de Philips-heren hen komen. Het zittende werk in een kale barak betekent voor velen van hen al een redding.
Begonnen in februari 1943 met enkele tientallen gevangenen in één lege barak groeit het Philips-Kommando geleidelijk uit naar zo'n 1.200 mannen en vrouwen in het begin van 1944. Zij werken in een 40-tal grotere en kleinere afdelingen, verdeeld over tien barakken van de Philips Speciale Werkplaats B677. Ongeveer de helft van de werkers zijn dan joden, de anderen zijn politieke gevangenen en gijzelaars.
De productie neemt voortdurend toe, maar eveneens het heimelijk verzet, o.a. door langzaam-aan acties en onzichtbare sabotage. Samen met de vele personeelswisselingen leidt dat tot een lage en inefficiënte productie, zodat de exploitatie van de werkplaats verliesgevend is. Dat is geen probleem voor Philips; in Vught is het bedrijf niet uit op winst, wel op het onderbrengen van zoveel mogelijk gevangenen in de relatieve bescherming van de Speciale Werkplaats.
De dramatische afloop
Na de komst van de laatste Kampcommandant wordt langzaam maar zeker een einde gemaakt aan de eigen zeggenschap van Philips over de werkplaats. SS-Sturmbannführer Hüttig trekt zich niets meer aan van de eerder overeengekomen afspraken. Dit begint al in april 1944 met het instellen van allerlei strengere maatregelen en het intrekken van verworven privileges. Zo moeten alle broekzakken worden dichtgenaaid omdat er gesmokkelde briefjes zijn gevonden. De Philips-civilisten worden voortaan door de Kampkommandant geweerd.
Daarna tuimelen de dramatische gebeurtenissen over elkaar heen. Volstrekt onverwacht worden eind mei ruim 250 mannen van het Philips-Kommando, waaronder vrijwel alle leidinggevenden zoals Häftlinge-staf en Voormannen, op transport gesteld naar Dachau. Een week later worden alle 500 joodse werkers naar Auschwitz afgevoerd.
Overzicht gewerkte uren. Met onderschrift: Door de deportatie van zo'n 400 joodse vrouwen valt begin juni de productie van radiobuizen stilOp zaterdag 10 juni wordt een openlijke sabotagedaad bij een van de radiobanden gepleegd. Braakman, 'directeur van Philips in Vught' wordt zondag thuis opgepakt en in de bunker opgesloten. De saboteur wordt de volgende dag zonder vorm van proces doodgeschoten. Laman Trip ontkomt ternauwernood aan arrestatie en duikt onder. Philips-zivilist Wiarda wordt kort daarop in de bunker opgesloten, omdat hij betrapt is op praten met een ter dood veroordeelde gevangene. Andere medewerkers uit Eindhoven durven niet langer hun werk voort te zetten en duiken ook onder.
13 juni - Braakman 'abgetrennt'. (Verwalter) Nolte geeft nieuwe instructies. Ik trek me terug. 's Avonds 10 uur jongen doodgeschoten. Verder wilde beweging in Vught. Wie neemt de leiding?
Doorstart
De duitse Verwalter in Eindhoven neemt het dagelijkse toezicht over, terwijl toch nog enkele Philips-zivilisten hun moedige werk voortzetten. Kapo Erich Beck krijgt een functie bij het aantrekken van gevangenen voor het Philips-Kommando.
Zo worden in de laatste 3 maanden nog 750 nieuwe werkers ingezet bij de Philips-werkplaats. Zij kunnen nog enige tijd in een relatief veilige omgeving werken en van de Philiprak profiteren. Tot 5 september 1944, dan valt het doek ook voor het Philips-Kommando.
De 'hel van Vught'
In de laatste tien weken worden door de SS-ers vrijwel dagelijks gevangenen uit de bunker of de barakken opgehaald en zonder vorm van proces buiten het kamp geëxecuteerd, ruim 300 in totaal. De mannen zitten voortdurend in angst: "wanneer ik?" 's Avonds horen ze de schoten: "dat was verschrikkelijk!"
In de eerste dagen van september loopt de spanning nog verder op. Veel SS-ers en Aufseherinnen slaan haastig op de vlucht. Gevangenen menen de oprukkende geallieerde troepen in de verte te horen schieten en er zijn geruchten dat ze al in Breda zijn. Zou het kamp binnenkort bevrijd worden?
Dolle Dinsdag
Op 3 september wordt er nog gewoon gewerkt door het Philips-Kommando, al hangt er onraad in de lucht. De volgende dag moeten de gevangenen in de barakken blijven; de vrouwen gaan met hun kleren aan naar bed. Op 5 september, Dolle Dinsdag, moet opeens iedereen aantreden. "Schnell, schnell! alles mitnehmen!" brullen de achtergebleven SS'ers. In de loop van die dag, en de volgende, worden alle gevangenen in goederenwagons opgesloten. In de nacht vertrekt de trein naar Duitsland. Het Philips-Kommando is over en voorbij.
Wat daarna gebeurde
De vrouwelijke gevangenen worden naar het vrouwenkamp Ravensbrück gebracht, de mannen naar kamp Sachsenhausen. De gijzelaars blijven in het ontruimde kamp achter en moeten alle goederen, ook de inventaris van de Philips-barakken, in wagons laden "für die arme Leute in der Heimat". Voordien hebben de vluchtende SS-ers al de bontjassen, de horloges en andere kostbare spullen meegenomen.
Op 13 september mogen de meeste gijzelaars hun eigen kleren weer aantrekken en naar huis. De kampleiding is voor het merendeel al eerder vertrokken. Het lege kamp wordt aan een vertegenwoordigster van het Nederlandse Rode Kruis overgedragen. Pas op 19 oktober 1944 wordt het dorp Vught bevrijd.
Overleving
Van de 3.100 werkers van het Philips-Kommando hebben de meesten de oorlog overleefd; hoeveel precies is niet bekend. Van de 600 'Philips-joden' zijn er ongeveer 400 in leven gebleven. Sommigen zien een rechtstreeks verband tussen hun overleven en het werken bij Philips. In ieder geval hebben zij het geluk gehad dat zij na aankomst in Auschwitz niet zijn vergast, maar als 'Philips-Facharbeiter' in Duitsland zijn ingezet voor het maken van 'kriegswichtige' producten. In juni 1944 was dat voor het Nazi-regime kennelijk van groter belang dan hun 'Vernichtung'. Enkelen spreken zelfs van een lange beschermende arm van Philips die daarvoor gezorgd zou hebben. Daarvoor zijn echter geen aanwijzingen gevonden.
Na de oorlog - dankbaarheid en kritiek
Na de oorlog hebben veel van de overlevenden op verschillende manieren, individueel en collectief, hun dank betuigd aan de Philips-zivilisten, de Philips-leiding en de Häftlinge-staf. Voor veel oud-gevangenen is Frits Philips het symbool van de menselijke betrokkenheid van het bedrijf. Uit naam van de ex politieke gevangenen van het Philips-Kommando is tijdens een reünie in 1947 een glas-in-lood raam aangeboden aan de directie van Philips.
Een klein aantal overlevenden van het Philips-Kommando is nog steeds van mening dat Philips dankzij hun werk winst heeft gemaakt met de exploitatie van de werkplaats in Vught. Na de oorlog is berekend dat Philips al met al een verlies van meer dan één miljoen gulden heeft geleden. Daarnaast zijn er ook voormalige werkers die zeggen hun gunstig lot te danken te hebben aan toeval of aan hun eigen 'overlevingsdrift'.
Over de rol van de directie van Philips tijdens de oorlog wordt verschillend geoordeeld. Vooral in de jaren direct na de oorlog zijn er enkele historici die spreken van collaboratie met de Duitsers, nog verergerd door de vestiging van een werkplaats voor gevangenen in het Kamp Vught. Anderen oordelen genuanceerder en minder in termen van goed of fout.
De beslissing van Frits Philips om op het verzoek uit 'Berlijn' in te gaan en een werkplaats binnen het prikkeldraad van Kamp Vught te vestigen wordt in het algemeen positief beoordeeld. Naast humanitaire overwegingen voor gevangenen hebben echter ongetwijfeld ook bedrijfsbelangen een rol gespeeld. Een belangrijk sociaal motief : het voorkomen dat arbeiders in Eindhoven - tijdelijk werkloos geworden door het bombardement van december 1942 - in Duitsland zouden moeten gaan werken in het kader van de 'Arbeitseinsatz'.
Los hiervan menen enkelen dat Frits Philips achteraf bezien wel wat al te optimistisch is geweest over de betrouwbaarheid van zijn tegenspelers van de SS om de door hem gestelde voorwaarden na te komen.
Hoe dan ook, voor de gevangenen die deel hebben uitgemaakt van het Philips-Kommando is het vestigen van de werkplaats in Kamp Vught een goede beslissing geweest. Frits Philps wordt wel de 'Schindler van Vught' genoemd, naar de bekende film "Schindler's List". De staat Israël heeft hem in 1996 de Yad Vashem onderscheiding toegekend voor het bieden van hulp aan joden.
In deze website is er naar gestreefd de geschiedenis van het Philips-Kommando recht te doen, op basis van getuigenissen van mensen die het zelf hebben meegemaakt.
terug...