Joods gevangene

Flip Hornemann
Vader in Vught
43 jaar


Jodenvervolging

De joodse Flip Hornemann werkt bij Philips als in mei 1940 de oorlog in Nederland uitbreekt. Al snel neemt de Duitse bezetter allerlei anti-joodse maatregelen. Philips zet zich in om de 40 joodse personeelsleden in een aparte werkplaats zo goed mogelijk daartegen te beschermen. Toch wordt de hele groep in augustus 1943 onverwachts door de SD naar Kamp Vught gebracht.

Vader Flip met zijn kinderen, toen het leven nog goed was

In 1940 woont het gezin Hornemann in Eindhoven, waar Flip werkzaam is als inkoper bij Philips. In de loop van de eerste twee oorlogsjaren komen er steeds meer beperkende maatregelen voor joden, waarmee het gezin ook te maken krijgt. Eerst mogen zij niet meer naar openbare gelegenheden, zoals een theater of bioscoop. Later kunnen ze alleen nog maar bij bepaalde winkels boodschappen doen en nog later alleen na 4 uur, wanneer schaarse spullen al lang zijn uitverkocht. Ze mogen verder geen gebruik maken van tram of trein, terwijl ze hun fietsen moeten inleveren.

Klas met joodse kinderen, foto: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

De kinderen Edo en Lex zijn nog te jong om de dreiging te beseffen. Als de oudste, Lex, 6 jaar wordt is hij zelfs trots dat hij nu een ster op zijn jas krijgt.

Werken bij de SOBU
Eind 1941 worden alle joden van hogerhand bedreigd met ontslag.

SOBU-groep
Ter bescherming van haar joodse werknemers richt Philips in Eindhoven een speciale afdeling op, waar zij van hoog tot laag aan bijzondere opdrachten werken. Ook Flip Hornemann krijgt een plaats op dit Speciale Opdrachten Bureau, SOBU genoemd. Zijn werk als inkoper kan hij daar niet voortzetten. Met zijn lotgenoten gaat hij producten maken die voor de Duitse nazi's kriegswichtig zijn. Philips hoopt hen daarmee onmisbaar te maken en gedwongen ontslagen te voorkomen.

SOBU aan het werk

Naar Vught
Flip is erbij wanneer de hele SOBU-groep tijdens het werk op 18 augustus 1943 door de SD wordt omsingeld en in overvalwagens naar Kamp Vught gebracht. Er wordt gezegd dat de familieleden hen beter vrijwillig kunnen volgen naar Vught, om daar gezamenlijk de geplande emigratie naar Curaçao af te wachten. Bets Hornemann moet nu beslissen of zij met de twee zoontjes haar man zal volgen, of thuis zal blijven en een onderduikadres zal zoeken. Ze kan niet met haar man overleggen wat het beste is om te doen. Uiteindelijk besluit ze met kinderen en bagage naar Vught te gaan en zich te melden. Dan zijn ze tenminste bij elkaar. Enkele vrouwen van SOBU-mannen doen dat niet.

Moeder Bets Hornemann met Edo en Lex

In Vught kunnen de SOBU-medewerkers en hun familie, in totaal zo'n 80 mannen, vrouwen en kinderen, aanvankelijk bij elkaar blijven wonen in een aparte SOBU-barak. Zoals overal in het kamp moeten mannen en vrouwen gescheiden van elkaar slapen. Zij werken in de barak ernaast, als aparte Philips-werkplaats, en doen zo veel mogelijk hun oude werk. Ze voelen zich de 'echte' Philips-mensen. Moeder Bets kan de kinderen zelf blijven verzorgen, omdat zij voorlopig nog niet hoeft te werken.

Op 30 augustus schrijft de joodse medegevangene David Koker in zijn dagboek:

Uit: D. Koker, Dagboek geschreven in Vught...En dan het verhaal van de SOBU. Die zou hier in gezinsverband komen. En de werkbarak was al helemaal verbouwd. En toen kwamen ze eerst niet en toen weer wel. Wij hadden al voor een deel onze tenten opgeslagen in hun mooie werkbarak doch moesten eruit.
Zij kwamen met vouwen in hun broeken en wij twijfelden of we met ze mochten spreken. En Maarschalk hield grote vertogen over de scholen en het gezinsverband. En toen hij de poort uit was gingen ze allemaal naar de douche, kregen streeppakjes aan en raakten alles nog veel grondiger kwijt dan wij. Ook levensmiddelen. Dit alles is om te huilen en te lachen. Vooral omdat zij van alles alleen nog maar de pretentie hebben overgehouden...en hun onhandigheid van nieuwelingen [bij het appèl]. Wij melden ons: Juden Philips. Zij: SOBU Philips. En iedereen lacht.

Philips vertrouwt de uitspraken van de SS-kampleiding niet, als die in het najaar van 1943 beweert dat alle joden nu verder in Vught zullen blijven. Daarom krijgt de SOBU-groep extra kriegswichtig werk. Voor de vrouwen wordt dat de productie van radiobuizen. Flip en de andere mannen gaan transformatoren en condensatoren maken. De angst voor transporten blijft ondertussen bestaan. Al weten de Hornemann's en anderen niet precies wat zo'n transport inhoudt.


Joodse transporten
Op transport
De laatste kampcommandant doet in maart en mei 1944 twee pogingen om Kamp Vught judenrein te maken. Beide keren mislukt dat door ingrijpen van Philips-medewerkers. Maar in de nacht van 2 op 3 juni lukt het wel. Dan worden alle 500 Philips-joden - met daaronder de familie Hornemann - in het donker naar de trein geleid. Voordat de Philips-zivilisten de volgende ochtend in het kamp komen, zijn ze al vertrokken. Nu voorgoed. De radiobuizen-productie ligt stil.

De Trein door Ida VosDe Trein
de trein vertrekt
neem afscheid nu
en ga naar vreemde landen
waar men met je illusies ook
je lichaam zal verbranden

Het gezin Hornemann wordt, net als de andere Philips-joden, bij aankomst in Auschwitz niet vergast, maar naar het aangrenzende kamp Birkenau gebracht. Omdat ze nog jonge kinderen hebben komen de ouders niet in aanmerking om - zoals de meeste andere Philips-joden - als Philips-Facharbeiter in Reichenbach tewerk te worden gesteld.
Moeder Bets bezwijkt in Birkenau aan een ziekte, vader Flip komt later om in een ander kamp. De zoontjes Edo en Lex worden met andere joodse kinderen samengebracht en misbruikt voor medische experimenten. De dag voor 10 mei 1945 worden die kinderen allen vermoord.

terug...